Eind februari ontvang je van je gemeente een beschikking met daarop de WOZ-waarde van je (koop)woning per 1 januari van dat jaar. Op basis van deze waarde bepaalt de gemeente hoeveel belasting je hen dat jaar betaalt. Bij je aangifte inkomstenbelasting vul je de WOZ-waarde (van dat jaar) bovendien in voor het ‘eigenwoningforfait’.
Vind je de WOZ-waarde te hoog dan kun je hier bezwaar tegen maken. Dit moet je doen binnen 6 weken na de dagtekening (zie de datum op het aanslagbiljet). Het RWWR woningwaarderapport kan je daarbij eventueel helpen (als dit een lagere waarde weergeeft dan wat de gemeente bepaalde).
Ben je het niet eens met de aanslag van de gemeentelijke belasting, staat een fout op het aanslagbiljet of vind je de vastgestelde WOZ-waarde niet juist? Dan kun je daar binnen zes weken na de dagtekening bezwaar tegen indienen. Bezwaar maken tegen de tarieven van de belastingen is niet mogelijk. Die zijn vastgesteld door de gemeenteraad.
Berekent het RWWR een lagere waarde dan de gemeente voor jouw ‘onroerende zaak’ (WOZ) vaststelde? Dan is het woningwaarderapport een goed hulpmiddel wanneer je het gesprek aangaat met de taxateur van de gemeente. Wat tips:
Voor een vergelijk met de WOZ-beschikking ontvang je een goede modelmatige waardebepaling van je woning. Met het rapport beschik je meteen over andere nuttige gegevens over de woning, plus de prijzen van woningen die onlangs bij jou in de buurt zijn verkocht. Vonden sommige verkopen wat langer geleden plaats, dan ‘vertalen’ we die prijzen naar huidige woningwaardes.
Het RWWR gaat bij de waardebepaling uit van een normale staat van onderhoud. Soms wijkt de staat van onderhoud af, of heeft het huis speciale kenmerken die de waarde kunnen beïnvloeden. In dat geval raden wij een taxatie door een makelaar aan.